Wie in een supermarkt boodschappen doet, vindt er bijna uitsluitend voorverpakte artikelen. Dozen, blikken, kratten en pakken staan opeengestapeld in volgestouwde rekken. De consument krijgt zijn informatie niet van het verkooppersoneel, maar vindt ze op de verpakking.


Alle informatie voor de klant moet opgesteld zijn in de voertaal van het land of het landsgedeelte waar het product te koop wordt aangeboden. Ook de klantendienst moet de klant te woord staan in de taal gebruikt bij de verkoop. Dit geldt ook voor de gebruiksaanwijzingen en de garantiebewijzen.

 

De overheid kan voor producten of diensten:

- etikettering voorschrijven en de vermelding en andere elementen ervan vaststellen;

- verbieden of verplichten dat producten of diensten onder een bepaalde benaming op de markt worden gebracht;

- verbieden of verplichten van bepaalde uitdrukkingen, tekens of woorden worden gebruikt in de benaming.

 

Op voedingswaren moeten volgende zaken vermeld staan:

- over welk product het gaat;

- gebruikte ingrediënten;

- datum van minimale houdbaarheid;

- eventueel bijzondere bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden;

- indien nodig een gebruiksaanwijzing;

- plaats van oorsprong;

- inhoud (netto);

- alcoholvolumegehalte indien groter dan 1,2%.


Bij het invoeren van de wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming werd bepaald dat de fabrikant alle meetbare en controleerbare gegevens moet kunnen bewijzen. Concreet betekent dit dat hij moet kunnen aantonen dat bv. een parfumflacon wel degelijk 75 ml bevat, maar niet dat het parfum een overheerlijke geur verspreidt.

Maak jouw eigen website met JouwWeb